Jamaica
3 mei 2012 - Ocho Rios, Jamaica
Jamaica was op zijn minst bijzonder te noemen. Het land is niet zo heel groot, in principe bereisbaar binnen een week, mits je een auto hebt... En die hadden wij natuurlijk niet! We begonnen in het beruchte Kingston. We hadden er veel negatiefs over gehoord: overvallen, willekeurige moorden en dagelijks talloze verkeersdoden. Op het vliegveld werd dat vermoeden heel even bevestigd doordat we in een "secured cab" werden gezet, op naar de wijk KNG 20, aan de rand van de stad. We vreesden het ergste, maar kwamen uit in een villawijk. Onze host was erg aardig en stelde voor meteen maar naar een feestje te gaan. We sprongen in de auto en gingen met wat vrienden naar een (illegale) street party. Totaal wat anders dan een nachtje clubben, want we gingen een hek door met een bord waarop geen leeftijdsgrens stond, maar wel dat je geen wapens bij je mocht hebben. We kwamen als enige twee blanke meiden tussen honderden rasta's, met in de ene hand een bekertje kokosrum en in de andere hand een joint. 't Rook ontzettend naar Amsterdam, maar 't was retegezellig. We verstonden letterlijk geen woord van het Jamaicaans (is dus echt geen Engels), dus toen de DJ ons vroeg waar we vandaan kwamen, moesten we onze host om ondertiteling vragen. Toen ze doorhadden dat twee NL meisjes speciaal naar hun reggaefeestje waren gekomen, werd er een camera op ons gericht en zijn we maar lief blijven lachen, wie weet zijn we binnenkort op MTV te bewonderen...
De volgende dag bracht onze host ons naar het Bob Marley-museum, waar tot onze verbazing bleek dat we helemaal niks van hem wisten. Wisten wij veel dat ie ook nog een band had (The Wailers), dat ie een schietpartij heeft overleefd (maar zijn manager niet), dat zijn vrouw zijn belangrijkste achtergrondzangeres was en dat ie later door kanker overleed? Hoop geleerd. We moesten wachten tot onze host ons weer kwam halen (duurde ff vanwege dat we vergeten waren 't landnummer ervoor te zetten toen we hem smsten dat we klaar waren).
Volgende dag gingen we naar het historisch museum wat het muziekmuseum bleek te zijn. Het was eerlijk gezegd een muurtje met foto's van bekende muzikanten door de laatste twee eeuwen heen, ze zijn in Jamaica nog niet erg gevorderd met musea in elkaar flanzen. Ook zagen we het oorlogsmuseum (over de twintig jaar NA de WOII) en het Taino-museum (5m2). Toen weer een paar uur wachten en toen naar huis. Dag daarna nog naar Devon House, het voormalig huis van de eerste zwarte miljonair in Jamaica, waarna we helemaal zelf naar het Emancipation Park zijn gelopen, een hele tour, want oversteekplaatsen zijn er niet en auto's negeren graag rode stoplichten, dus het is alsof je de snelweg oversteekt. Gelukkig ziet iedereen dat we toeristen zijn en dus stoppen ze wel eens. Jammer genoeg ziet iedereen dat we toeristen zijn en dus werden we bijna beroofd. Door een joch van 10, dat dan weer wel.
Vanuit Kingston gingen we op aanraden van de host met de grote, dure, luxe, veilige bus naar Montego Bay, waar we bij de volgende host kwamen. Een wereld van verschil, want straatarm. Het huis viel zowat van ellende uit elkaar en 't meisje dat er ook woonde had soms geeneens geld om d'r kind van 4 naar school te laten gaan. Wij werden geacht taxi's en eten te betalen, waar we niet erg blij mee waren ('t gaat om een paar euro in totaal, maar zou fijn zijn als het van tevoren overeengekomen wordt ipv in de taxi lopen bietsen om geld). Enigeweg, de host liet ons wel de 'hip strip' zien, een weg langs de kust met restaurantjes en cafeetjes. Overdag rustig, 's avonds en 's nachts een gekkenhuis. Ook met deze host gingen we naar een street party, alleen veel groter, grover en ranziger. Meisjes dansen met zo min mogelijk kleding aan (size doesn't matter, maatje XXXL is sexy hier), met hun kont op 't kruis van de man en naar voren gebogen, waarbij de man zijn handen op haar heupen heeft en haar op 't ritme van de muziek naar zich toe beweegt (is 't beeldend genoeg????). Niet helemaal onze Nederlandse dansstijl, maar we hebben 't geprobeerd. Je zou zeggen dat als iedereen 't doet, er geen betekenis aan vast zou moeten zitten, maarreh.. wel dus. Snel wegwezen. Jamaicaanse vrouwen schijnen geen enkele moeite te hebben met één-nacht-standjes, maar wij wel, dus we trokken ons terug. Bedtijd!
De dag daarna hebben we zelf nog wat rondgelopen door de stad, totdat we het gepssst zat waren..
De dag daarna moest onze host werken in Negril en wij wilden daar ook heen, dus hij ging met z'n werk en wij met de bus. In een mini-van passen makkelijk 22 mensen, dus zo zaten we een anderhalf uur in de bus naar Lucea, van waar we een route taxi moesten nemen naar Negril. Dit stadje staat bekend om zijn 11km lange strand, dus toen we eindelijk in bikini klaar lagen om bruin te worden, werden we weer eens diep teleurgesteld, want: RRRREEEEGGGGEEEENNNN. Bumbaclot. Overal en altijd regen, tot nu toe elke dag regen gehad in Jamaica. We besloten in de diverse strandtentjes op souvenirjacht te gaan en jerk chicken te eten. Jerk is trouwens niet echt wat, de kruiden wel lekker, maar ze bakken de kip veel te droog gaar, sappig is anders zeg maar. Omdat 't niet ophield met regenen, gingen we naar Rick's Cafe, een plek waar men van een 30m hoge rots in de Caribische zee kan springen én waar je de mooiste zonsondergang van Jamaica kan zien. Die rots werd gretig gebruikt door wat Jamaicanen, die op die manier van de fooien die ze krijgen van 't publiek, wat geld proberen te verdienen. Rond 16u werd 't weer grijs en van die zonsondergang bleef niets dan grijze bewolking over. Niet eens een schimmetje rood, helemaal niks. Toen wilden we terug naar Montego Bay, was de taxiprijs ineens dubbel ('t was pas 21u!) en veel te gevaarlijk voor twee witte meiden. Dus onze host gebeld (help!), die bood ons een plek aan in de bedrijfswagen, maar hij was nog niet klaar met werken. Bij zijn werkplek hebben we nog VIJF freaking uur gewacht tot we eindelijk terugreden naar Mobay. Inschattingsfoutje van de baas, denk ik...
De volgende dag gingen we naar een veel te duur, maar mooi guesthouse in de buurt van Ocho Rios, waar we de dag daarna een andere CSer ontmoetten, die ons en een Frans stel wat plekjes liet zien, zoals de mini Dunn's Falls en brandend water (fire spring). 's Avonds bracht ie ons weer naar huis en was het alweer de laatste nacht in Jamaica. Tegen alle adviezen in gingen we met 't kleine, overvolle busje (er passen best 87 man in een Smart) naar Kingston terug, waar we vervolgens weer een taxi namen naar 't vliegveld. We hebben bizar weinig toeristische plekken gezien, maar wel een hoop meegemaakt (en geleerd, vooral over de man-vrouw relaties hier). Nu op naar Trinidad!
Jullie kennen toch wel de bekende en het echt gebeurde verhaal/film van het Jamaicaans bobsleeteam die meedeed met de Olympische Spelen?
Nog veel plezier!
Groet Karin van Poelmeer